08-04-2024 08:00 naar notities Rubriek: Recept
Nu we de afgelopen dagen toch lekker in de risotto's zitten: hier mijn favoriete risotto recept.
Ingrediënten:
- 25 gram gedroogde porcini
- 1 liter kippenbouillon
- 1 el olijfolie
- 30 gram boter
- 1 kleine ui
- 1 teentje knoflook
- 100 gram pancetta of ontbijtspek (optioneel)
- 300 gram risottorijst
- 100 ml witte wijn
- 30 gram Parmezaanse kaas + extra voor erbij
- 2 handen rucolablaadjes
Bereiding
- Week de porcini een kwartiertje in ongeveer 100 ml heet water. De paddenstoelen moeten net onder staan.
- Giet ze vervolgens af en vang het weekvocht op.
- Hak de paddenstoelen in stukje en zet apart tot gebruik
- Schenk de bouillon in een ruime pan, breng aan de kook en houd warm.
- Verhit de olijfolie en de helft van de boter in een ruime pan met een dikke bodem op halfhoog vuur. De dikke bodem is nodig om te zorgen dat je rijst niet aan de bodem vastkoekt. Bak hierin de ui zacht en glazig. Doe dit op rustig vuur, de ui moet niet kleuren. Voeg vervolgens de knoflook en eventueel de pancetta toe. Bak dit nog zo'n vijf minuten.
- Nu gaat in één keer alle rijst erbij. Roer (bij voorkeur) met een siliconen spatel en schep de rijst om tot alle korrels bedekt zijn met een laagje vet.
- Giet de wijn erbij en laat dit borrelen (terwijl je blijft roeren) tot vrijwel alle wijn is verdampt.
- Dan voeg je soeplepel voor soeplepel de bouillon toe aan het rijstmengsel. De volgende lepel gaat er pas in als de vorige bijna helemaal is opgenomen. Risotto goeroes zeggen dat je continu moet blijven roeren, maar eerlijk gezegd doe ik dat niet heel trouw. Je moet vooral zorgen dat de rijst niet aan de bodem of aan de zijkanten van je pan vastkoekt.
- Ga door met bouillon toevoegen tot de rijst beetgaar en romig is, dit duurt ongeveer 20 minuten, maar hangt ook erg af van je eigen smaak. De één vindt het lekker als de rijst papperig is, de ander vindt het lekker als de rijst nog wat bite heeft. Maar de grens tussen nog niet gaar, een lekkere bite en te ver is best lastig vast te stellen en vraagt in de laatste fase van het kookproces veel proefwerk.
- Ik vind wel dat risotto niet te droog moet zijn. Liever iets te 'nat' dan te droog. Maar dit kun je natuurlijk ook helemaal zelf bepalen.
- Haal nu de pan van het vuur en roer de Parmezaanse kaas, overgebleven boter, een handje rucola en zout en peper naar smaak erdoor. Rucola is lekker pittig, dus ik strooi er vaak kwistig mee.
- Zet nu de deksel op de pan en laat de risotto zo'n 3/4 minuten rusten. Hierdoor mengen de smaken goed met elkaar. Zet de rest van de parmezaanse kaas op tafel voor de liefhebbers en maak er een simpele groene salade bij.
Categorieën: hoofdgerecht, warm